Onze boswachters komen in het tropisch regenwoud de meest geweldige planten en dieren tegen. Deze keer gespot door de boswachters: de groene hondskopboa.
De groende hondskopboa (Corallus caninus) is een bekende slangensoort die gemakkelijk te herkennen is. Deze indrukwekkende slang behoort tot de familie van de reuzenslangen en is daarmee verwant aan de boa constrictor en anaconda. In Frans-Guyana is hij volledig beschermd.
De volwassen groene hondskopboa is eenvoudig te herkennen aan zijn groene kleur met witte driehoekige vlekken aan weerszijden van de rug. De kop deed de naamgever van deze slang denken aan die van een hond, vandaar de naam hondskopboa. De schubben rond de ‘lippen’ zijn lichtgroen tot geel en de buik is wit-geel. Hij kan een lengte van maximaal twee meter bereiken – een flinke jongen dus!
Jonge hondskopboa’s zijn echter een stuk lastiger te herkennen. De kleuring van de jonge slangen kan namelijk variëren. De meeste jonge slangen hebben een roodachtige kleur met witte vlekken op de rug. Soms zijn ze groen of hebben ze een mix van rood en groen, maar dit komt zelden voor.
Met een grijpstaart is deze slang goed aangepast aan het leven in bomen. Daardoor kun je hem overal tegenkomen, van lage struikgewassen tot aan het kronendak. Soms zie je hem zelfs op de grond een pad of weg oversteken. Overdag biedt zijn groene kleur uitstekende camouflage in het gebladerte en blijft hij vaak onopgemerkt, maar ’s nachts wordt hij actief en gaat hij op jacht. De groene hondskopboa is niet giftig, dus hij doodt zijn prooi (vaak kleine zoogdieren, vogels of hagedissen) door door te wurgen. Hij heeft echter vrij lange tanden waarmee hij zijn prooi kan vastgrijpen voordat hij ze in een dodelijke dans omhelst.
Tijdens nachtelijke wandelingen in het Trésor-reservaat wordt hij soms gezien op de paden of in de buurt van corridors. Het laatste contact dateert van vorige maand, toen een jonge slang op het botanische wandelpad op de loer lag.
Ga terug naar het overzicht